Re: [Groundhopping] Wedstrijdbezoek in binnen- en buitenland
Geplaatst: 02-05-2010 21:48
Dank voor de enthousiaste reacties. Hierbij het derde en laatste deel van dit verslag.
Across the Mersey
Voetbaltrip naar Liverpool en Manchester
Part III; Blue and white at Goodison Park
Voetbaltrips als die naar Liverpool, bereid ik altijd gedegen voor. Adressen, locaties, treintijden; alles zoek ik van te voren op. Toch was Tranmere Rovers volledig aan mijn aandacht ontsnapt. De 126 jaar oude voetbalclub blijkt echter op een steenworp afstand van Liverpool te voetballen. Vlak over de Mersey, in Birkenhead. ‘Zullen we naar het Beatles-museum gaan, of naar Prenton Park?’ stel ik een retorische vraag aan 1920.
Wie zonder voorkennis en geblinddoekt naar Prenton Park wordt gebracht, weet bij het zien van het stadion direct dat het een Engelse ‘ground’ betreft. Dat zie je, dat ruik je en dat hoor je. Helaas blijkt alles potdicht. Tot we het stadion bijna rond zijn gelopen, en een hek open zien staan. We lopen de ‘groundsman’ tegen het lijf. Zo’n clubmannetje dat zestien uur per dag in het stadion aanwezig is. Veel moeite kost het allemaal niet. De man begrijpt best dat wij als Nederlanders geïnteresseerd zijn in het stadion van een League One club, die op het punt staat af te dalen naar het laagste Engelse profniveau.
We mogen mee. Naar het veld, naar de kleedkamers, naar de kamer van de trainer. Trots toont hij ons zijn paleisje. ‘Vroeger telden we mee’, verzucht hij. ‘Dan kwamen oud-spelers van Liverpool en Everton hier voetballen. Now we are a struggling club.’ Soms, heel soms zit Prenton Park vol, vertelt hij. Als Liverpool er een oefenwedstrijd speelt.
Het is vernoemd naar de pub. Of andersom.
Door het dichte hek naar binnen gluren.
Tijd om naar binnen te gaan!
Tinus de Terreinknecht is druk doende. De man heeft een seizoenkaart van Liverpool FC, overigens.
De spelerstunnel in.
Ze kunnen er nooit genoeg van krijgen, die van Tranmere...
Een luxere kleedkamer dan die van Liverpool, trouwens.
Iets voor Heerenveen?
Voordat we afscheid nemen, duikt de man een gangkast in en haalt acht programmaboekjes (á drie pond per stuk) tevoorschijn. ‘There you are’, zegt hij, en drukt ons allebei vier boekjes in de handen. ‘You can read about us.’
Is het dan alleen maar voetbal, voetbal, voetbal, daar in Liverpool? Nee hoor. In de vrije uurtjes is het cultuur snuiven geblazen, zoals onderstaande foto’s bewijzen.
Ze hebben ook een kerk.
Twee zelfs.
En Chinatown. Voor de liefhebber van Chinees eten.
Goed, serieuze zaken dan. Everton – Fulham. Traditiegetrouw gaan wij vroeg naar het stadion. In het centrum draagt plotseling iedereen een Everton-shirt. Niet voor niets noemt Everton zichzelf ‘The People’s Club’.
Een stadion met wedstrijd is anders dan zonder. Drie uur voordat Everton – Fulham begint, lopen jong en oud, recht en krom –maar allemaal blauw, door de mooie straatjes rondom Goodison Park. In een volle en benauwde pub zien we Aston Villa winnen van Birmingham City. Buiten is er die onafscheidelijke vette frituurwalm. Die, dat moet gezegd, na vier dagen in Engeland behoorlijk tegen gaat staan.
Er zit niets anders op dan een portie vette friet met ketchup te kopen. Dat doet overigens iedereen. De lunchkaart in Goodison Road biedt de volgende keuzemogelijkheden: Fish, Chips of Fish and Chips. Of een hamburger.
The People's Club.
Voetbal en religie vechten om voorrang. Op deze zondag geen dienst, maar programmaboekjesverkoop in de kerk naast het stadion.
De lunch.
De ultra's gaan naar binnen.
Tijdens de eerdere rondleiding door het stadion, stonden we op de fraaie hoofdtribune. Nu we onze plaatsen op de eerste rij van de Park End –achter de rolstoelen- opzoeken, zien we pas écht wat een fraai bouwwerk de main stand is. Stadionkunst. Een klein meisje loopt langs de tribunes, ze gooit toffees naar de mensen. Een goede traditie. Vroeger, heel vroeger, was er op Goodison Park namelijk een oude mevrouw die snoepjes verkocht. Toffees. De bijnaam van Everton.
Rollatorpubliek!
De schitterende hoofdtribune.
The Toffees.
De dorpsgek.
Vlaggen van supportersclubs uit het hele land - en daarbuiten.
Fulham FC. Finalist in de Europa League.
Nevland ziet twee Heerenveensupporters zitten.
De wedstrijd is begonnen.
De sfeer op Goodison Park valt wat tegen. Vooral veel geklap, geoeh, -ah en –bóóh, maar weinig gezang. Het mooie weer, het vrijwel lege uitvak en de weinig aansprekende tegenstander zijn daar wellicht debet aan. De wedstrijd is ook al niet om over naar huis te schrijven. Pas als Erik Nevland zorgt voor de voorsprong van Fulham –en juichend voor de Park End enkele anti-Groningen teksten naar zijn hoofd krijgt- komt de wedstrijd los.
‘Fucking wake up, fucking Everton. You are playing fucking awful.’ Mijn buurman zegt het met zoveel nadruk, dat de klodders spuug in het rond vliegen. Leuk voor ons, en voor hem: Everton trekt de zaak nog recht. In de 93ste minuut krijgt het een penalty en benut die. Arteta viert de 2-1 pal voor ons neus. En zo wordt het toch nog best gezellig, maar kijken we vooral vaak naar de tribunes. Dit is een juweel van een stadion.
Het 'balkon'.
0-1, Erik Nevland.
Volle bak.
Everton maakt gelijk - doelman Schwarzer baalt.
Dat is nog eens zuur kijken.
De zon schijnt op Goodison.
De Australiër Tim Cahill komt enorm hoog bij de kopduels.
Hij staat in het veld, scheids!
93e minuut; penalty voor Everton.
Arteta neemt hem.
Gespannen koppies.
Hij zit er in, hij zit er in!
We blijven na de wedstrijd foto’s schieten van de hoofdtribune, tot een steward ons wegstuurt. ‘Nou hebben jullie wel genoeg foto’s’, zegt ze, met een boze blik. ‘Ga maar naar huis.’Ze begrijpt onze adoratie van het bouwwerk duidelijk niet. Zonde. Blijkbaar gaan zelfs de mooiste tribunes wennen, als je er maar vaak genoeg naar kijkt. Niet te vaak naar Everton gaan, is de moraal van het verhaal.
Nou vooruit, nog eentje dan.
EvertoNN.
Na afloop besluiten we om niet direct terug naar het hotel te gaan, maar een ijsje te kopen en rustig te kijken hoe Goodison leegstroomt. Vanuit de mensenstroom komen twee jongens op ons afgestapt, allebei met een Everton-sjaal om hun nek. Ze begroeten 1920, in het Nederlands. Die kijkt verbaasd. Ik kijk zo mogelijk nog verbaasder. En ik denk heel hard na, want die jongens heb ik al vaker gezien.
Ineens valt het kwartje. Zij, Criz en Mellius, zijn ook supporter van Heerenveen, en ook regelmatig bij uitwedstrijden. Zo hebben we als viertal tijdens de befaamde veegpartij (4-2) bij Roda nog een cynisch liedje ingezet. ‘En koop er nog maar één, en koop er nog maar twee, etc.’ ‘Jullie doen de even getallen, wij de oneven getallen’, had 1920 gezegd. Nu staan we hier, voor Goodison Park. Op een zondagmiddag in april. Zonder enig overleg vooraf. En bovendien overnachtend in hetzelfde hotel. Toeval bestaat niet.
’s Avonds eten we een bananasplit in de sportsbar van Jamie Carragher, zijn getuige van een bloederige vechtpartij in een uitgaanswijk en heffen in een uitgestorven pub tegen middernacht het glas.
‘Dat die aswolk snel mag komen.’
De kerk en de kathedraal.
(Het merendeel van de foto's is van 1920. Waarvoor dank.)
Across the Mersey
Voetbaltrip naar Liverpool en Manchester
Part III; Blue and white at Goodison Park
Voetbaltrips als die naar Liverpool, bereid ik altijd gedegen voor. Adressen, locaties, treintijden; alles zoek ik van te voren op. Toch was Tranmere Rovers volledig aan mijn aandacht ontsnapt. De 126 jaar oude voetbalclub blijkt echter op een steenworp afstand van Liverpool te voetballen. Vlak over de Mersey, in Birkenhead. ‘Zullen we naar het Beatles-museum gaan, of naar Prenton Park?’ stel ik een retorische vraag aan 1920.
Wie zonder voorkennis en geblinddoekt naar Prenton Park wordt gebracht, weet bij het zien van het stadion direct dat het een Engelse ‘ground’ betreft. Dat zie je, dat ruik je en dat hoor je. Helaas blijkt alles potdicht. Tot we het stadion bijna rond zijn gelopen, en een hek open zien staan. We lopen de ‘groundsman’ tegen het lijf. Zo’n clubmannetje dat zestien uur per dag in het stadion aanwezig is. Veel moeite kost het allemaal niet. De man begrijpt best dat wij als Nederlanders geïnteresseerd zijn in het stadion van een League One club, die op het punt staat af te dalen naar het laagste Engelse profniveau.
We mogen mee. Naar het veld, naar de kleedkamers, naar de kamer van de trainer. Trots toont hij ons zijn paleisje. ‘Vroeger telden we mee’, verzucht hij. ‘Dan kwamen oud-spelers van Liverpool en Everton hier voetballen. Now we are a struggling club.’ Soms, heel soms zit Prenton Park vol, vertelt hij. Als Liverpool er een oefenwedstrijd speelt.
Het is vernoemd naar de pub. Of andersom.
Door het dichte hek naar binnen gluren.
Tijd om naar binnen te gaan!
Tinus de Terreinknecht is druk doende. De man heeft een seizoenkaart van Liverpool FC, overigens.
De spelerstunnel in.
Ze kunnen er nooit genoeg van krijgen, die van Tranmere...
Een luxere kleedkamer dan die van Liverpool, trouwens.
Iets voor Heerenveen?
Voordat we afscheid nemen, duikt de man een gangkast in en haalt acht programmaboekjes (á drie pond per stuk) tevoorschijn. ‘There you are’, zegt hij, en drukt ons allebei vier boekjes in de handen. ‘You can read about us.’
Is het dan alleen maar voetbal, voetbal, voetbal, daar in Liverpool? Nee hoor. In de vrije uurtjes is het cultuur snuiven geblazen, zoals onderstaande foto’s bewijzen.
Ze hebben ook een kerk.
Twee zelfs.
En Chinatown. Voor de liefhebber van Chinees eten.
Goed, serieuze zaken dan. Everton – Fulham. Traditiegetrouw gaan wij vroeg naar het stadion. In het centrum draagt plotseling iedereen een Everton-shirt. Niet voor niets noemt Everton zichzelf ‘The People’s Club’.
Een stadion met wedstrijd is anders dan zonder. Drie uur voordat Everton – Fulham begint, lopen jong en oud, recht en krom –maar allemaal blauw, door de mooie straatjes rondom Goodison Park. In een volle en benauwde pub zien we Aston Villa winnen van Birmingham City. Buiten is er die onafscheidelijke vette frituurwalm. Die, dat moet gezegd, na vier dagen in Engeland behoorlijk tegen gaat staan.
Er zit niets anders op dan een portie vette friet met ketchup te kopen. Dat doet overigens iedereen. De lunchkaart in Goodison Road biedt de volgende keuzemogelijkheden: Fish, Chips of Fish and Chips. Of een hamburger.
The People's Club.
Voetbal en religie vechten om voorrang. Op deze zondag geen dienst, maar programmaboekjesverkoop in de kerk naast het stadion.
De lunch.
De ultra's gaan naar binnen.
Tijdens de eerdere rondleiding door het stadion, stonden we op de fraaie hoofdtribune. Nu we onze plaatsen op de eerste rij van de Park End –achter de rolstoelen- opzoeken, zien we pas écht wat een fraai bouwwerk de main stand is. Stadionkunst. Een klein meisje loopt langs de tribunes, ze gooit toffees naar de mensen. Een goede traditie. Vroeger, heel vroeger, was er op Goodison Park namelijk een oude mevrouw die snoepjes verkocht. Toffees. De bijnaam van Everton.
Rollatorpubliek!
De schitterende hoofdtribune.
The Toffees.
De dorpsgek.
Vlaggen van supportersclubs uit het hele land - en daarbuiten.
Fulham FC. Finalist in de Europa League.
Nevland ziet twee Heerenveensupporters zitten.
De wedstrijd is begonnen.
De sfeer op Goodison Park valt wat tegen. Vooral veel geklap, geoeh, -ah en –bóóh, maar weinig gezang. Het mooie weer, het vrijwel lege uitvak en de weinig aansprekende tegenstander zijn daar wellicht debet aan. De wedstrijd is ook al niet om over naar huis te schrijven. Pas als Erik Nevland zorgt voor de voorsprong van Fulham –en juichend voor de Park End enkele anti-Groningen teksten naar zijn hoofd krijgt- komt de wedstrijd los.
‘Fucking wake up, fucking Everton. You are playing fucking awful.’ Mijn buurman zegt het met zoveel nadruk, dat de klodders spuug in het rond vliegen. Leuk voor ons, en voor hem: Everton trekt de zaak nog recht. In de 93ste minuut krijgt het een penalty en benut die. Arteta viert de 2-1 pal voor ons neus. En zo wordt het toch nog best gezellig, maar kijken we vooral vaak naar de tribunes. Dit is een juweel van een stadion.
Het 'balkon'.
0-1, Erik Nevland.
Volle bak.
Everton maakt gelijk - doelman Schwarzer baalt.
Dat is nog eens zuur kijken.
De zon schijnt op Goodison.
De Australiër Tim Cahill komt enorm hoog bij de kopduels.
Hij staat in het veld, scheids!
93e minuut; penalty voor Everton.
Arteta neemt hem.
Gespannen koppies.
Hij zit er in, hij zit er in!
We blijven na de wedstrijd foto’s schieten van de hoofdtribune, tot een steward ons wegstuurt. ‘Nou hebben jullie wel genoeg foto’s’, zegt ze, met een boze blik. ‘Ga maar naar huis.’Ze begrijpt onze adoratie van het bouwwerk duidelijk niet. Zonde. Blijkbaar gaan zelfs de mooiste tribunes wennen, als je er maar vaak genoeg naar kijkt. Niet te vaak naar Everton gaan, is de moraal van het verhaal.
Nou vooruit, nog eentje dan.
EvertoNN.
Na afloop besluiten we om niet direct terug naar het hotel te gaan, maar een ijsje te kopen en rustig te kijken hoe Goodison leegstroomt. Vanuit de mensenstroom komen twee jongens op ons afgestapt, allebei met een Everton-sjaal om hun nek. Ze begroeten 1920, in het Nederlands. Die kijkt verbaasd. Ik kijk zo mogelijk nog verbaasder. En ik denk heel hard na, want die jongens heb ik al vaker gezien.
Ineens valt het kwartje. Zij, Criz en Mellius, zijn ook supporter van Heerenveen, en ook regelmatig bij uitwedstrijden. Zo hebben we als viertal tijdens de befaamde veegpartij (4-2) bij Roda nog een cynisch liedje ingezet. ‘En koop er nog maar één, en koop er nog maar twee, etc.’ ‘Jullie doen de even getallen, wij de oneven getallen’, had 1920 gezegd. Nu staan we hier, voor Goodison Park. Op een zondagmiddag in april. Zonder enig overleg vooraf. En bovendien overnachtend in hetzelfde hotel. Toeval bestaat niet.
’s Avonds eten we een bananasplit in de sportsbar van Jamie Carragher, zijn getuige van een bloederige vechtpartij in een uitgaanswijk en heffen in een uitgestorven pub tegen middernacht het glas.
‘Dat die aswolk snel mag komen.’
De kerk en de kathedraal.
(Het merendeel van de foto's is van 1920. Waarvoor dank.)