Op 25 juli stap ik in Hull van de ferry. De reis naar Schotland gaat verder per auto. De eerste tussenstop is Dumfries, in zuidelijk Schotland. Palmerston Park. Daar voetbalt niet Dumfries FC of Dumfries Rovers. Nee, daar resideert de koningin van het zuiden. Queen of the South. Kortweg Queens.
De reis naar Dumfries voert langs diverse voetbalepicentra. Je zou twaalf dagen kunnen vullen met het bezoeken van stadions op alleen dit traject. We zoeven ze allemaal voorbij. De weg glooit, over oneindig Engels heuvelland. Hoe dichter bij Schotland, hoe leger en ruiger de omgeving. Levende schilderijen, dat zijn het.
Engeland houdt op in Carlisle. ‘Welcome to Scotland,’ zegt het bord langs de weg. Wij slaan af naar links, manoeuvreren ons onwennig over wat verkeerdom draaiende rotondes en parkeren de auto voor Palmerston Park.
Queen of the South – LivingstonPalmerston Park, 25 juli 2009
Vroeger was niet alles beter. De troosteloze aanblik van vervallen Britse industrie, die zo nu en dan langs flitst, onderstreept deze stelling. Vroeger waren de voetbalstadions beter. Mooier, romantischer, echter. Op foto’s uit vervlogen tijden leven ze voort. De smalle turnstiles, de machtige terraces, de houten tribunes, de krakende lichtmasten; ingeklemd tussen huisjes waarvan de houdbaarheidsdatum al enige tijd is verstreken.
Palmerston Park kan welhaast als museumstuk dienen. Een relikwie. Een dinosaurus die zich noodgedwongen enigszins aan de veranderde leefomgeving heeft aangepast, maar het vertikt om uit te sterven. Eén nieuwerwetse tribune valt uit de toon bij de machtige terraces en de houten hoofdtribune.
Palmerston Park.Lichtmasten in de achtertuin.De hoofdtribune van Palmerston Park.Het mooiste stukje buitenkant, wat mij betreft.De korrelige foto’s van vroeger tijden komen tot leven op Palmerston Park. Vandaag wordt hier zomaar een wedstrijdje gespeeld. Weggedrongen in de kantlijn van de rijke voetbalhistorie. Eerste ronde Challenge Cup. Een thuiswedstrijd tegen Livingston. ‘Don’ thin’ so mate,’ antwoordt de gezette bobby voor de stadionpoort, op de vraag of het druk gaat worden.
In de benauwde supporterspub onder de tribune wordt gelachen en, vooral, gedronken. De sfeer is familiair. Ik voel me te gast op een feest van louter onbekenden. Alles in dit stadion is oud, zo ook de steward bij de ingang. Hij knikt vriendelijk als wij passeren en pakt vervolgens zijn uitschuifbare mobiele telefoon uit zijn broekzak. Er is een sms’je binnengekomen.
Oude, overwoekerde staanplaasten. Vandaag de dag niet meer in gebruik.De prachtige statribune van Queen of the South. Een juweeltje.We zitten niet ver van de zee. Voor de vele meeuwen dient het stadion als openbaar toilet. Al jarenlang, zo te zien. Het dak boven de grootste resterende statribune van Schotland bevat een prachtige authentieke klok. En stront. De oudste vogelpoep dateert van rond de oorlog, schat ik.
Onder de tribune is de catering. In een rommelig keukentje staat een dikke kok achter een tafel, met zijn hoofd in een te klein petje geperst. De vette geur van opgewarmde pies en hamburgers walmt ons tribunevak in. Er komt toch nog heel wat volk af op Queens tegen Livingston. Ik zit er tussen en eet een hamburger.
De vliegende toeschouwers van Queen of the South.Houten stoeltjes op de hoofdtribune. Let op de witte tinten.De harde kern meldt zich.De tifosi op leeftijd kijken uit op de moderne tribune van Palmerston.Alles lijkt volgens het vaste sjabloon te verlopen, totdat er vlak voor de wedstrijd grote ophef ontstaat. Onderaan de trap zit een haast onzichtbare trede. Een oude baas schuifelt voor me langs, richting zijn stoel. Plotseling valt hij voorover, draait zich razendsnel om en ligt gestrekt op zijn rug. Vlak voor me. Het is net alsof ik hem heb laten struikelen. Gelukkig krabbelt de man weer overeind, want de minuut stilte is vandaag al ingeruimd voor een andere clubcoryfee. Op de tribune wordt de val nog minutenlang nabesproken.
Een minuut stilte vooraf. Voor wie is mij niet duidelijk. De persoon met de gouden tip wordt rijkelijk beloond.Wedstrijdmoment.Bij Queen of the South maakt een nieuwe spits zijn entree. Nummer negen begint aan de achtste club uit zijn loopbaan. Hij oogt minstens tien kilo te zwaar. ‘Een aanwinst met een groot fysiek vermogen,’ maakt het clubblad ervan. Volgens mij had daar beter kunnen staan: ‘Een traag, log gevaarte dat niet kan rennen, springen en schieten.’ Als hij de bal heeft lijken de rondcirkelende meeuwen extra harde lachgeluiden te produceren.
De verzorgster van Livingston snelt het veld in... Met haar trage, goedbedoelde maar cabareteske optreden krijgt de dame de hoon van het thuispubliek over zich heen.Beide ploegen spelen aandoenlijk slecht, dat maakt het soms best vermakelijk. De bal vliegt alle kanten op en er gaan meer ballen het stadion uit, dan er op doel worden geschoten. Een vroege toevalstreffer beslist de zaak. In de tweede helft schiet een Schotse verdediger een meeuw van het dak. Hilariteit alom; het enige hoogtepunt na de rust. De thuissupporters zijn niet tevreden, maar klappen niettemin enthousiast. Het overleven van de eerste ronde Challenge Cup mag best met een pintje worden gevierd.
Wij geven gas en laten Dumfries achter ons. De eerste Schotse indrukken zijn opgedaan. Ondergescheten houten stoeltjes. Het kan slechter.
Een blik op de oude hoofdtribune.Nog één keer: de terrace van Palmerston Park.