Goed verhaal wel van Henk.
Henk Veerman pareert de kritiek die vorig seizoen ontstond: 'Wat willen we dan bij SC Heerenveen? Een spits die hard werkt, maar nooit scoort?'Hij was met veertien doelpunten de clubtopscorer van SC Heerenveen. Toch kreeg Henk Veerman (30) vorig seizoen geregeld kritiek. Tot begrip én onbegrip van de Volendammer. ,,Ik moet worden afgerekend op mijn doelpunten.”
Sander de Vries • Vandaag, 07:07 • Sport
Deel dit artikel (bij deze
)
Zo. De eerste twee doelpunten van het seizoen heeft Henk Veerman maar mooi binnen. Breeduit lachend liep de spits dan ook door de catacomben van het Abe Lenstra-stadion, na zijn benutte penalty maar vooral na zijn rake kopbal tegen RKC Waalwijk (3-2).
Achter dat laatste zit een verhaal. Veerman is, ondanks zijn 2.01 meter, niet bepaald de meest begenadigde kopper van het Nederlandse spitsengilde. Veerman, met de nodige zelfspot: ,,Dit was alweer het tweede kopdoelpunt van mijn carrière.”
De meeste spitsen leven voor doelpunten, maar voor Veerman geldt dat vermoedelijk nog iets meer. Hij is de eerste om dat te erkennen. ,,Scoor ik niet, dan komt er negativisme. Daar wordt niemand beter van.”
Veermans individuele prestaties liepen vorig seizoen parallel aan de resultaten van Heerenveen. Verrassend goed waren de eerste maanden, maar richting de winterstop kwam de klad erin – gevolgd door een ronduit teleurstellende tweede seizoenshelft. En dus werden de lovende geluiden vervangen door vinnige commentaren, niet in de laatste plaats in de richting van Veerman. Zijn doelpuntenproductie stokte, maar er was ook kritiek op zijn arbeidsethos en zijn rol als aanvoerder.
Hoe ging jij daarmee om?
,,Nou ja, je houdt jezelf een spiegel voor. Ik begrijp ook wel dat er vragen komen, als je naar mijn statistieken voor- en na de winterstop kijkt. En dat je dan negatieve stukken in de krant krijgt, dat vind ik niet zo vreemd. Eigenlijk snapte ik alles wel. Ik vond het alleen wel ver gaan.”
In welk opzicht?
,,Het is altijd hetzelfde met de media. Je bent een paar wedstrijden goed en dan word je neergezet als een fantastische speler. Vervolgens voetbal je wat minder en ben je drá-ma-tisch. Dat heeft me gestoord.”
Je scoorde negen keer in de eerste twaalf wedstrijden. De laatste zeventien duels was je drie keer trefzeker. Hoe verklaar je dat?
,,We hadden een slechte voorbereiding. Ploegen dachten daarom dat er iets te halen viel tegen ons. Dat speelde ons in de kaart. Wij verdedigden goed en speelden op de counter, waarbij ik vaak werd bediend door Joey Veerman. Dat liep als een malle.”
En toen?
,,Vervolgens veranderden er een paar dingen. Om te beginnen stelden tegenstanders zich op ons in. Ze wisten onze zwaktes heel makkelijk te vinden. Ploegen stopten de ballen van Joey af en ik had continu twee verdedigers in mijn nek.”
Jullie tactiek veranderde ook.
,,Vlak voor de winterstop gingen we aanvallender voetballen. Eigenlijk heeft dat niet super veel punten opgeleverd. Dat mogen we wel eerlijk stellen, toch? Ik weet ook wel dat ik na de winterstop niet goed speelde. Maar ik kreeg ook bijna geen kansen meer. Waar dat door kwam? Ik ben niet de gewezen man om dat tactische verhaal te vertellen. Kijk je naar het einde van de rit, dan stond ik op veertien doelpunten en vijf assists in de competitie. Plus twee assists in de beker. Dat zijn prima cijfers voor een spits van Heerenveen, lijkt me.”
Wat voor speelwijze past het beste bij jou?
,,Ik heb het liefst dat we als ploeg inzakken. Ik kom in mijn kracht als de ruimtes groot zijn op het veld. Deze technische staf wil dat we eerder druk zetten op tegenstanders. Als het team daar veel beter van wordt, dan vind ik dat niet zo’n probleem. Gevolg is wel dat ik het, meer dan een jaar geleden, van kleine momenten moet hebben. Een kaats op Joey tegen Go Ahead Eagles bijvoorbeeld, waarna Tibor Halilovic scoorde. En gelukkig kan ik nog steeds mijn doelpunten maken.”
Loopt het niet bij jou, dan sta je geregeld ogenschijnlijk ongeïnteresseerd op het veld. Hoe zie jij dat zelf?
,,Met 2,5 meter heb je je uitstraling niet mee. Dat is altijd zo geweest en zal altijd zo blijven. Maar weet je wat het is? Loop ik een bal binnen, dan krijg je die verhalen helemaal niet. Dan zeggen mensen: die Henk is misschien niet de beste spits als je vol druk wilt zetten, maar hij maakt wel goede goals.”
Jij bent een speler met specifieke kwaliteiten. Maar als jij tegenstanders wilt afjagen, dan is Henk Veerman toch niet de ideale spits? Dat is overigens geen kritiek op jou, want Heerenveen wist precies wat voor speler ze met jou haalden.
,,Ik vind dat ik redelijk druk kan zetten. Ik hoef ook niet bizar veel loopwerk te verzetten. Maar ik ben inderdaad geen spits die hele wedstrijden sleurt en beukt. Terwijl ik daar wel op word beoordeeld. Zeg het maar. Wat willen we bij Heerenveen? Een spits die enorm hard werkt maar nooit scoort? Weet jij hoeveel ik per wedstrijd loop?”
Veerman wacht het antwoord niet af. ,,Tien kilometer. Dat zijn gemiddelde afstanden voor een eredivisiespits.”
Wat kan jij met deze statistiek?
,,Helemaal niets. Echt waar. Ik snap er niks van. En ik wil het ook niet snappen. Ik vind dat we tegenwoordig moeten lopen om te lopen. Voetbal is een sport geworden waarin jongens na trainingen en wedstrijden zeggen: ‘Kijk eens, ik heb mijn afstanden gehaald’. De enige statistiek die telt voor mij zijn doelpunten en assists. Dát moet de graadmeter zijn. En daar moet ik op worden afgerekend.”
Heerenveen wil deze dagen – dinsdagavond sluit de zomerse transferwindow – nog een extra spits aantrekken, die de concurrentie met Veerman moet aangaan. ,,We hebben weinig smaken in de aanval”, vindt ook Veerman. ,,Zeker als we op achterstand komen en er iets geforceerd moet worden. Bovendien kan ik ook geblesseerd raken of corona krijgen. We zitten bij een profclub. Vanuit die gedachte snap ik heel goed dat er iemand bij moet.”
Veerman komt met weinig woorden tot de kern van zijn verhaal. Een blad voor de mond neemt hij vrijwel nooit. Hij is dan ook een gewilde speler voor journalisten, zeker na afloop van de wedstrijden.
Toch staat hij dit seizoen minder vaak voor de camera’s. Dat heeft alles te maken met de aanvoerdersband, die sinds deze zomer niet meer door Veerman wordt gedragen. De band zit nu om de arm van doelman Erwin Mulder.
,,Ik was enorm trots op die band”, zegt Veerman. ,,Dat zal ik ook altijd blijven. Alleen komt er een heleboel bij kijken. De interviews na wedstrijden, maar ook het feit dat jij de leiding hebt over veel zaken in de spelersgroep waarbij de trainer niet is betrokken. Vond ik geen probleem, hoor. Maar de randzaken van het aanvoerderschap leverden me veel gezeik op. Ik las van alles, bijvoorbeeld dat ik een slechte aanvoerder zou zijn.”
Ik heb dat ook geschreven.
,,Ik weet niet in wat voor tijd we tegenwoordig leven. Iedereen denkt maar dat het honderd procent waar is, wat de media schrijven. Dat is vervelend. Ik raakte daardoor geïrriteerd. Ook omdat ik intern vragen kreeg: ben jij wel de geschikte aanvoerder, omdat dit-en-dat in de krant staat? Nou, dan mogen andere jongens van mij opstaan. Zo ben ik dat gesprek met de technische staf ook ingegaan. Ik heb gezegd: kies maar een ander. En dat is gebeurd.”
Waaraan moet een goede aanvoerder volgens jou voldoen?
,,Hij moet de leider van het elftal zijn.”
Jij bent heel direct. Ik hoorde dat sommige jongens daar vorig jaar weleens moeite mee hadden.
,,Misschien wel, ja.”
Misschien zat ‘m daarin wel de crux.
,,Hoezo dan?”
Omdat je als aanvoerder ook een verbinder moet zijn. Iemand die de groep bij elkaar houdt.
,,Nou ja, dat weet ik niet. Ik sta tussen alle jongens in. Maar als ik vind dat ergens meer uit te halen valt, dan kan ik weleens pittig reageren. Soms over the top , ja. Ik snap absoluut dat niet iedereen daar altijd blij mee is.”
Voelt het alsof je nu verlost bent van die band?
,,Neuh, zo zie ik dat niet. Als iemand beter wordt of meer overtuigd raakt van zichzelf door een band – dan vind ik het prima om ‘m weg te geven. Ik blijf mijn mening geven. Ben nog steeds de eerste die zijn mond opentrekt, als iemand tijdens trainingen of wedstrijden loopt te kloten. Ik verander niet door een band om mijn arm.”